“Ik kijk sneller in iemands koelkast dan in de mond”

Naast huisarts is Brenda Ott ook kaderarts ouderengeneeskunde. Welke problemen ziet zij in haar praktijk voorbij komen op het gebied van mondgezondheid bij kwetsbare ouderen? En wat kan er volgens haar beter?  

Waar denkt u aan als we vragen naar de mondgezondheid van kwetsbare ouderen?

“Aan een heel specifiek voorval. Voordat ik 10 jaar geleden aan mijn specialisatie in ouderengeneeskunde begon had ik in mijn praktijk een kwetsbare oudere dame die maar bleef afvallen. Ik wilde haar eigenlijk verwijzen naar de internist of de geriater, maar ze weigerde om naar het ziekenhuis te gaan. Ze had daar, net als veel ouderen, geen zin meer in. Maar er zijn nu gelukkig ook specialisten ouderengeneeskunde die aan huis komen.”

Het was voor mij een eye-opener om te beseffen hoe belangrijk het gebit is in de complete zorg voor de oudere

“Wat die specialist opviel is dat ze afviel doordat haar gebit niet goed paste. Dit gaf weer pijnklachten, waardoor ze nog minder ging eten en dus bleef afvallen. Ze kwam in een vicieuze cirkel terecht. Ik had er zelf nooit aan gedacht om in haar mond te kijken. Maar daar gaat het dus eigenlijk om; als je een kwetsbare oudere onderzoekt, moet je van top tot teen kijken. Het was voor mij een eye opener om te beseffen hoe belangrijk het gebit is in de complete zorg voor de oudere.”

Is er genoeg aandacht en kennis over deze rol van de mond? 

“Mede door mijn eigen ervaringen denk ik dat de mond vaak in de vergetelheid komt bij zorgverleners en ook mantelzorgers. Terwijl die mantelzorger wel heel belangrijk is in de zorg voor de kwetsbare thuiswonende ouderen. Zeker bij mensen met geheugenklachten en dementie. Als ik een visite doe bij een kwetsbare oudere zorg ik vaak dat de mantelzorger erbij is.”

Een campagne zoals dit helpt om weer aandacht te krijgen voor mondgezondheid

“Maar zelfs als huisarts, terwijl ik gespecialiseerd ben in ouderengeneeskunde, ben ik me wel bewust van het gebit, maar ik denk er te weinig aan om in die mond te kijken. We hebben dan ook relatief weinig tijd als huisarts. Als iemand om onverklaarbare reden afvalt ben ik dan ook eerder geneigd in de koelkast te kijken (wat staat daar nu eigenlijk?), dan in de mond. Het is vaak een gebrek aan tijd, maar een campagne zoals van de Mond Niet Vergeten! helpt erg om die aandacht er weer voor te krijgen.”

Waardoor wordt die mond vaak vergeten denkt u?  

“Ik vraag patiënten vaak naar de doelen die stellen, dingen die ze willen blijven doen. Zo sprak ik een vrouw die zei dat ze heel graag met haar rollator naar de supermarkt wil blijven gaan en dat pak melk kon blijven kopen. Als dat voor haar zo belangrijk is dan  gaan we daarvoor zorgen met behulp van een fysiotherapeut. Maar verslechterde mondzorg merk je niet altijd, omdat het heel geleidelijk gaat. Zonder pijn voelen mensen vaak niet de urgentie dat het gebit aandacht nodig heeft. Pas als we niet meer kunnen genieten van ons eten door klachten of pijn wordt het vervelend.”

Welke aandacht krijgt mondgezondheid binnen de (ouderen)zorg?

“Niet voldoende. Misschien rust er ook gewoon een beetje een taboe op mondgezondheid. Een bekend probleem als incontinentie hoort er nu eenmaal bij als je ouder wordt. Daar kun je zelf niets aan doen, maar de huisarts kan je er wel bij helpen om het minder vervelend te maken. We gaan kijken wat in iemands situatie de beste oplossing is. Ik kan me voorstellen dat de kwaliteit van de mond ook een beetje taboe is.”

“Toch weet ik zeker dat wanneer mondgezondheid meer op het netvlies komt te staan van de huisarts dit wel zou helpen. Mensen zouden die aandacht voor de mond wel op prijs stellen. De thuiszorg en verzorgenden zijn hierin ook een hele belangrijke partij.”

Welke tips geeft u ouderen? 

“Het is vooral belangrijk om te kijken naar wat iemand nog kan. Als een oudere slecht ziet, wordt het steeds lastiger om te controleren of je goed gepoetst hebt. Er bestaan vergrootspiegels met een lampje erin. Zo zouden ouderen beter kunnen controleren of hun gebit schoon is.”

“Ook heb ik eens een dame die haar elleboog had gebroken geadviseerd een elektrische tandenborstel te nemen. Klinkt als een klein iets, maar zij was er erg mee geholpen. Kijk dus goed naar wat iemand kan. Als je weet welke hulpmiddelen er zijn kan je mensen daar erg enorm mee helpen.”

Waar liggen nog kansen volgens u?

“Ik denk dat alles begint met goede preventie en dat dit vooral de aandacht moet krijgen. Preventie begint met goed in de gaten houden wat iemand zelf nog kan in eigen verzorging en als dit te kort schiet op tijd de thuiszorg of POH erbij betrekken. Ook houden ouderen er nog wel eens wat slechte gewoonten op na, zoals elke dag één of meer glazen wijn of die altijd maar gevulde snoeppot op het dressoir.  Ook dat zijn zaken die (mantel)zorgers eens kunnen bespreken met de oudere.” 

Preventie begint met goed in de gaten houden wat iemand zelf nog kan. En op tijd hulp inschakelen.

“Meer aandacht voor mondverzorging is gewoon heel belangrijk en voor alle disciplines; van huisarts tot apotheker. Vanuit deze aandacht zorg je voor kennisoverdracht. En daar valt nog veel te winnen. Is bijvoorbeeld iedere zorgverlener op de hoogte van het effect van een slechte mondgezondheid op diabetes? En is de rol van mondgezondheid in hart- en vaatziekten bekend? Ik vraag me echt af in hoeverre professionals dit weten. Ook in opleidingen zou er meer aandacht aan besteed moeten worden. Want hoe meer zorgverleners weten over het belang van een goede mondgezondheid, hoe meer ze zien.”

Foto: Hes van Huizen