“Nu mensen langer thuis wonen loopt de achterstand in mondgezondheid verder op”

Ouderen met mondproblemen vinden niet altijd de weg naar de juiste zorg. Wat zijn hier de oorzaken van?  Om het antwoord op deze vraag te vinden gaan we in gesprek met Nelleke Bots-van ’t Spijker. Nelleke kent de problematiek. Niet alleen uit haar onderzoeken voor het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Maar ook uit de praktijk, waarin ze werkt als tandarts geriatrie in het verpleeghuis. Hoe kijkt zij naar mondzorg voor kwetsbare ouderen?

Ouderen weten de weg naar de zorg doorgaans goed te vinden. Wat zie je misgaan bij de mondzorg? 

“Veel mensen die ik behandel zijn voor ze in het verpleeghuis kwamen wonen “uit de zorg” gevallen. Ze zijn soms al jaren niet meer bij een tandarts geweest. Ook onderzoek laat dit zien, vanaf ongeveer 55 jaar neemt het bezoek aan de tandarts af, terwijl bezoek aan andere zorgprofessionals toeneemt.”

Hoe komt dat denk je?

“De tandarts gaat er vaak vanuit dat het bezoeken van een mondzorgprofessional de verantwoordelijkheid van de oudere zelf is. Zij krijgen elk jaar de herinneringskaart in de bus en moeten dan maar gewoon gaan. Maar dat is te makkelijk gedacht: soms is een beetje hulp gewenst. Daarom wil ik weten tegen welke barrières de tandarts aanloopt in het verlenen van zorg aan ouderen.” 

Wordt dit probleem urgenter?

“Ja dat is zeker zo. Mensen wonen langer thuis en zouden hun eigen tandarts moeten blijven bezoeken. We moeten dus echt breder kijken. Met name ook naar de fase waarin de groep kwetsbare ouderen nog thuis woont. Doordat ze op een steeds later moment in het verpleeghuis komen, is bij een slechte mondverzorging die achterstand in mondgezondheid verder opgelopen en zijn we eigenlijk te laat.”

Waar draait je onderzoek om?

“Het onderzoek beschrijft de groep ouderen die de tandarts nog bezoekt en de eventuele barrières die de mondzorgprofessional ervaart in de zorgverlening aan oudere mensen. We weten namelijk dat een grote groep kwetsbare ouderen niet meer in de praktijk komt. We zijn nu begonnen om de groep die nog wel in de praktijk komt te analyseren. Als we namelijk weten wie er wél komen, weten we ook welke groep er niet meer komt.”

Wat zijn de resultaten?

“Wat opvalt is dat het vooral de gezonde, hoogopgeleide oudere is die nog naar de praktijk komt. Ik was hier wel door verrast. 52,8 % is hoger opgeleid en daarvan heeft 34% geen enkele ziekte. Het blijkt dus echt een gezonde groep, want de meeste ouderen hebben toch wel 1 of meerdere aandoeningen. In onze groep had maar 8,9% hulp van thuiszorg. Een hele kleine groep. De groep die bij ons kwam was dus wel op leeftijd, maar niet kwetsbaar.”

Welke uitdagingen zijn er in behandeling van kwetsbare ouderen?

“Goed om te weten is dat uit onderzoek blijkt dat de oudere de eigen mondgezondheid beter beoordeelt dan de tandarts doet. Daarbij merken we dat als de oudere gewoon kan eten, kauwen en geen pijn heeft, dat de prikkel om een afspraak te maken met de mondzorgprofessional klein is.”

Ouderen beoordelen de eigen mondgezondheid beter dan de tandarts doet

“Vooral de oudere met nog één of enkele eigen tanden heeft vaak als doel deze zo lang mogelijk te behouden. Als je als zorgverlener dan voorstelt dat we die afgebroken tand t.b.v. de algehele gezondheid eruit moeten halen dan zeggen ze vaak ‘laat maar, want ik wil die ene tand behouden’. Dat is een veelvoorkomend spanningsveld.”

Welke rol kan de mantelzorger hierin spelen? 

“Willen wij goede zorg verlenen, dan is het essentieel dat die mantelzorger mee komt naar de afspraken in de praktijk. Het geeft én vertrouwen en geruststelling. Als je op leeftijd raakt en in mindere conditie wordt het lastiger om (poets)informatie te delen en te onthouden. Daar kan de mantelzorger bij helpen.”

“Maar misschien is hun rol in de dagelijkse mondverzorging nog wel het belangrijkste. Na overleg kunnen we besluiten dat de mantelzorger de oudere gaat helpen bij het verzorgen. Bijvoorbeeld door het poetsen (af en toe) over te nemen of de mond vaker te controleren.”

Is het mogelijk voor te bereiden op de tijd dat je mond kwetsbaar wordt?

“Zeker, dat doen we ook bij de ouderen die nog in de praktijk komen. Je ziet dan stapsgewijs het verval ontstaan. Dan wil je als tandarts wel eens zeggen dat het misschien zinvol is om de achterste kiezen eruit te halen, zodat op den duur de reinigbaarheid groter is. Daar gaan we dan over in gesprek, want mensen zeggen snel: ‘dat gaan we niet doen, mijn tanden zijn me veel te dierbaar’.”

Mijn eigen tanden zijn me veel te dierbaar

“Dat gevoel vind ik ook mooi. Mensen hebben een leven lang goed voor het gebit gezorgd, dan wil je dat dit zo lang mogelijk in tact kan blijven. “

“Toch is preventie nog altijd het belangrijkste in het voorkomen van een kwetsbare mond. We leren mensen hoe ze hun mondholte goed kunnen schoonhouden, of het gebruik van speciale tandpasta nodig is en wijzen op het belang van de controles. Inspelen op veranderingen in de mond wordt hierdoor een stuk makkelijker.”

“Maar soms is er geen redden meer aan. Bij mensen die te weinig zorg hebben gegeven aan het gebit, zie je vaak dat de situatie in de mond zo kwetsbaar is geworden dat je er niet meer zoveel aan kunt doen. Het is daarom essentieel dat we deze groep ook thuis gaan bereiken.”

Het is een misverstand te denken dat het slechter verzorgen van het gebit met onwil te maken heeft

“Een misverstand daarbij is dat het slechter verzorgen van het gebit met onwil te maken heeft. Vaak zien we dat omstandigheden zoals het overlijden van een partner, ziekte of het gebruik van medicijnen hier (ongemerkt) een rol in speelt.“

Hoe zouden we dit probleem volgens jou moeten aanpakken?

“Mijn gevoel zegt heel sterk: we focussen veel op de mondgezondheid tussen de 0-18 jaar. Hoe belangrijk dat ook is, want van een goede start heb je de rest van je leven profijt. Maar we weten ook dat na 75 jaar de mondgezondheid vaak hard achteruit gaat. Dit gaat vaak in combinatie met allerhande gezondheidsproblemen. Waarom helpen we deze groep pas weer financieel wanneer ze in het verpleeghuis komen wonen? (vergoeding vanuit de WLZ. red.). Juist in de thuiswonende situatie zouden wij die groep financieel kunnen ondersteunen. Preventie kan zoveel beter. ”

Kun je voorspellen wanneer mondproblemen ontstaan?

“Nee, het gaat om het totaalplaatje en het is afhankelijk van een aantal factoren: Als jij je partner verliest ga je misschien minder goed voor jezelf zorgen. Minder poetsen. Anders eten. Wellicht krijg je medicatie…. In alle gevallen is het een samenspel van zaken waardoor problemen ontstaan.”

Duidelijk is dat bij het afnemen van de mondverzorging allerlei problemen kunnen ontstaan

“Ongeacht de oorzaak, duidelijk is dat bij het afnemen van de mondverzorging allerlei problemen kunnen ontstaan. De basis is en blijft de mond goed schoon kunnen houden, met of zonder de hulp van anderen. Daarbij kan de mondzorgprofessional echt helpen en die kan alle factoren bij de oudere in kaart brengen en een individueel advies geven. Dus blijf de mondzorgpraktijk bezoeken.”

Wat is je boodschap aan mantelzorgers en mondzorgprofessionals?

“We zouden meer moeten samenwerken. Mantelzorgers horen het eerst over pijnklachten en moeite met kauwen. Als tandarts kunnen we ook actiever zijn.  Hebben we een oudere patiënt een tijd niet gezien? Een belletje om te vragen wat de reden is. Dan kunnen we samen zoeken naar een oplossing. Blijf betrokken bij elkaar!”

Fotografie: ACTA, Gillissen